Wanneer ik ergens een spreuk zie lees ik hem. Er kan er zomaar een tussen zitten die een glimlach op mijn gezicht tovert.
Drie van de spreuken van Loesje hebben mij in het verleden net die duwtjes in de rug gegeven die ik in de periode dat mevrouw Zwart in mijn hoofd huisde, goed kon gebruiken: Het is zo donker dat ik overal lichtpuntjes zie, Af en toe moet je je leven ondersteboven houden om te zien of er nog meer in zit en – mijn favoriet – Als jij durft, volgt de toekomst.
Veel mensen vinden troost in opbeurende liedjesteksten. Marco Borsato is er groot mee geworden. Toch kunnen sommige woorden je van de regen in de drup helpen. Wat te denken van wat Ramses Shaffy ooit zong: Laat me mijn eigen gang maar gaan, laat me, ik heb het altijd zo gedaan. Als je net als Ramses weinig ophebt met veranderingen houd er dan rekening mee dat als je steeds hetzelfde doet, het resultaat ook even vaak hetzelfde is. En wanneer die uitkomst altijd vervelend is schiet je er natuurlijk geen donder mee op.
Soms zijn een paar regels uit een liedje mooi en slaat de rest van de tekst nergens op. Geef mij daarom maar het rijke evangelie van Loesje, met zijn luchtige, bemoedigende psalmen. Nee, ik sla geen godlasterende taal uit. Evangelie en psalm betekenen vrij vertaald uit het Grieks ‘goede boodschap’ en ‘poëzie.’
Neem nou deze spreuk: Mensen die hun verdriet proberen te verdrinken moeten bedenken dat verdriet kan zwemmen.
Of deze, voor benepen geesten: Een wijde blik verruimt het denken.
Voor de pessimist: Maak u regelmatig even geen zorgen.
En tot slot voor iedereen: In een dwarsstraat kom je vaak de mooiste dingen tegen.
Wedden dat je nu grinnikt of glimlacht? Of aan het nadenken bent?